Oefening $7.$ Een poeder bevat hoofdzakelijk calciumoxide maar bevat ook calciumnitraat en calciumsulfaat. $15\mathrm{.}0g$ van dit poeder wordt gebruikt voor een thermolyse experiment. De gevormde gassen worden geleid door water waardoor een oplossing van $250ml($oplossing A$)$ ontstaat. De volgende twee experimenten worden onafhankelijk uitgevoerd met deze oplossing:

a$)50ml$ van oplossing A wordt getitreerd met $0\mathrm{.}095M$ bariumhydroxide. $26\mathrm{.}3ml$ bariumhydroxide is nodig om al het aanwezige zuur te laten reageren.

b$)$ Aan $25ml$ oplossing A wordt $100ml2\mathrm{.}0M$ bariumchloride toegevoegd. De gevormde neerslag bedraagt $0\mathrm{.}233g.$

Bereken de procentuele samenstelling van het originele poeder. Bepaal ook de molfractie van iedere component in dit poeder.

$[$oxide$/$nitraat$/$sulfaat: $88\mathrm{.}2\frac{\%}{2\mathrm{.}74}\%9\mathrm{.}06\%,\frac{0\mathrm{.}950}{0\mathrm{.}0101}\frac{?}{0\mathrm{.}0402}$

Engels $($VS$)$

Woordenlijs

A powder contains mainly calcium oxide but also contains calcium nitrate and calcium sulfate. $15\mathrm{.}0g$ of this powder is used for a thermolysis experiment. The gases formed are passed through water to produce a $250-mL$ solution $($solution A$).$ The following two experiments are performed independently with this solution:

$($a$)50ml$ of solution A is titrated with $0\mathrm{.}095M$ barium hydroxide. $26\mathrm{.}3ml$ of barium hydroxide is required to react all the acid present.

$($b$)$ To $25ml$ of solution A$,100ml$ of $2\mathrm{.}0M$ barium chloride is added. The precipitate formed is $0\mathrm{.}233g.$

Calculate the percentage composition of the original powder. Also determine the mole fraction of each component in this powder.

en$,$ zinnen herschrijven, uw taalgebruik verfijnen en juiste toon

rvaring te verbeteren. Meer informatie vindt $u$ in onze Privacyverklaring

Alleen noodzakelijke cookies

Alle cookies accepteren